Als kristallen scheepjes liggen deze watervlooien met hun rug naar beneden vlak onder de waterspiegel. Ze kunnen dit dankzij een rij speciale, waterafstotende haartjes langs de rand van elke helft van het schaaltje, die door het wateroppervlak steken en daar vlak op gaan liggen. Daarmee zijn ze als het ware opgehangen en kunnen er gemakkelijk onderdoor glijden door een slag met hun voelsprieten. Hun kieuwpootjes verzorgen een constante stroom oppervlakte water door de schaal, kleine voedseldeeltjes die daar in zitten, en zeven die er uit. Het mosselkreeftje Notodromas monacha doet nagenoeg hetzelfde. Het wateroppervlak is voor veel slootwaterdiertjes een leefmilieu. Megafenestra kan ook gewoon onder water zwemmen en doet dat logischerwijze met de rug naar beneden.
Op de foto boven kijken we tegen de achterkant van de watervlooien aan. Bij het linker exemplaar is de kop te zien, met het ene, samengestelde oog. De donkere objecten op de bodem van de schalen zijn eieren, de watervlooien zelf liggen als rode kreeften daarboven op.
Deze watervlo heeft jaren als Scapholoberis mucronata op de site gestaan. Dat is een soort die er veel op lijkt. Dank aan Ian Gardiner die me middels een e-mail attent maakte op die foutieve aanduiding.