Op waterkevers vind je vaak witte, draderige vlokken aangroeisel, die boven water wat
geleiig in elkaar zakken. Vroeger dacht ik, dat de kevers verschimmelden, maar het zijn
klokdiertjeskolonies, van het genus Opercularia, mogelijk O. articulata , zo
zag ik in het onovertroffen boekje van Streble (1973). De foto boven links is een
detailopname van een groepje op een geelgerande waterkever (Dytiscus marginalis),
klik eventueel op het plaatje voor een vergroting. Voor het plaatje rechts is een groepje losgeplukt en
onder de microscoop gelegd.
Klik eventueel op het plaatje voor een kort ►filmpje.
Klokdiertjes zijn eencellige organismen, zie bij Vorticella. Een belangrijk verschil met dat genus: de stelen zijn niet samentrekbaar. Vandaar dat er steeds 'zwaaiende bossen' te zien zijn. Verder is Opercularia articulata eigenlijk alleen te vinden op waterinsecten.
Er zijn meer klokdiertjes soorten die epizoisch leven, op dieren dus: op het web kwam ik bj het N.I.E.S. (zie literatuur) het genus Orbopercularia tegen, met soorten die vaak verward schijnen te worden met Opercularia. Het enige verschil is de kern (de Macronucleus), die bij de eerstgenoemde soorten langwerpig is en meestal rondgebogen in het midden ligt, Orbopercularia daarentegen heeft een ronde kern. Maar de kern is helaas niet met zekerheid zichtbaar op de foto's hier. Nog een ander voorbeeld zijn Epistylis, soorten, die lijken ook op Opercularia, maar zitten op andere dieren (vissen, copepoden) en hebben een 'lip' aan de bovenrand, dat die hier ontbreekt is wél te zien op de foto.
Ga met de cursor over het plaatje links (of tik het aan). Op het getoonde schema is met geel (N) aangeduid wat ik denk (!) dat de Macronucleus is, bruin (S) de celmond en met groen (D) de trilhaarschijf.
Klik op het plaatje hierboven voor een kort ►filmpje.
De collage hieronder: bij de pijl zie je twee cellen, dicht naast elkaar op de steel, als knoppen aan een boomtak. Ik vond veel van zulke duo's in het microscopisch preparaatje.
Een aantal plekken op de stelen zijn duidelijk verlaten. Of dit komt door het trekken met het pincet aan de kolonie's, weet ik niet. Ze zaten in elk geval goed vast op de kever, die werd meegesleept aan de draadjes, tot zijn ongenoegen. Op het rechterplaatje zie je hoe groot zo'n bos aangroeisel kan worden. Hoeveel last heeft de kever ervan? Hij wordt in elk geval geremd in zijn voortgang. Poetsen met zijn poten helpt niet, daarmee gaan ze niet los. Als je kijkt naar de foto links boven op deze pagina, lijkt het alsof ze zich, via de poriën in de schilden, onder de schilden vastzetten, als een boom met wortels. Maar dat is maar een eigen idee.
Wat beweegt deze diertjes zich op een waterinsect vast te zetten? Misschien is de vraag tevens het antwoord: het insect beweegt ze door het water. Daarmee worden ze veel mobieler. Mogelijk profiteren ze ook van de voedseldeeltjes die de kever of wants opgewervelt, zoals vogels, die graag op koeien zitten vanwege de opgejaagde insecten. Als de kever gaat vliegen, worden ze ook naar andere wateren getransporteerd, als ze de paar uur droogte tijdens de vlucht overleven.
Literatuur: (Zie ook: Literatuurlijst Microscopische organismen).
Streble,H & Krauter, D (1973) Das Leben im Wassertropfen.
Kosmos Gesellschaft der Naturfreunde.
Franckh'se Verlagshandlung Stuttgart 1978. (75-76 en 246-247).
The World of Protozoa, Rotifera, Nematoda and Oligochaeta
The National Institute for Enviromental Studies (Japan),
gelezen 4 apr 2024 op:
https://www.nies.go.jp/chiiki1/protoz/morpho/ciliopho/orboperc.htm)