DUIKERWANTS, levenswijze

Corixa sp. vooraanzicht

Alles onder water... De duikerwants is een voor het leven onder water gespecialiseerd insect. Daar brengen ze dan ook bijna hun hele leven door. Opgroeien, eten, paren en eieren leggen gebeurt allemaal in het natte element.Meestal zit de duikerwants tamelijk rustig met de geklauwde middenpoten op de bodem, of verankerd aan een waterplant. Als de bodem of plant te los is, stijgt hij langzaam op als een luchtballon, dan ineens snelt hij weer naar beneden op zoek naar een betere plek. Het lichaam wordt min of meer horizontaal gehouden, meestal iets voorover, waarschijnlijk geeft dit de beste balans met de opstuwende luchtbel onder het achterlijf, die de meeste soorten lichter dan water maakt. De achterpoten worden zijwaarts gehouden, vaak met een enkele roeislag ongeveer elke sekonde, alsof die balans op de twee middenpoten net niet helemaal lukt.Sigara poetsend Soms strijkt de duikerwants met de achterpoten langs de luchtbel, dit verbetert de fysische long functie van de luchtbel, zie het hoofdstuk bouw, achterlijf. Daarom zie je deze bewegingen ook vaak pas als de duikerwants langer onder water zit, en de lucht in de bel minder vers is.

Zodra de voorraad lucht uitgeput is, roeit de wants pijlsnel naar het oppervlak, komt even met de rug naar het oppervlak, kop en lichaam gebogen zodat er even een bredere luchtspleet ontstaat tussen die twee. Minder dan een halve sekonde is vaak genoeg, de lucht is ververst en de duikerwants doet zijn naam eer aan door met grote snelheid weer naar beneden te duiken. Met de achterpoten wordt regelmatig en grondig het lichaam gepoetst. Het insect kan ook goed vliegen en dat met een snelle start: snel zwemt hij naar boven, doorboort de oppervlakte film en vliegt nagenoeg onmiddelijk weg - er zijn maar weinig insecten die dat kunnen. Meestal vliegen ze in de schemering en de nacht.


DUIKERWANTSEN ZIJN NAGENOEG HET HELE JAAR TE VINDEN:

Corixa met voedsel

VOORJAAR De beste kansen om een duikerwants te zien zonder een schepnet heb je in het voorjaar, als het water nog helder is en er nog niet zoveel waterplanten zijn. Je kunt de duikerwantsjes op de bodem bezig zien: dichterbij zie je ze wolkjes troep opwervelen. (In een aquarium kun je het nog beter zien). Ze schoffelen met hun "voorpootschepjes" een vrachtje bodemafval (detritus) omhoog naar de snuit. Dit zeven ze dan uit: in kleine hoeveelheden laten ze het naar achteren vallen, terwijl het kopje op en neer beweegt op zoek naar eetbare brokjes. Zie ook de foto links.

Als het warmer wordt, beginnen de paringsrituelen. Die gaan gepaard met veel korte vluchten boven het water. Op een mooie meidag lag ik eens bij een sloot te luieren en zag toen hoe de ene duikerwants na de andere uit de diepte stuiterend omhoog kwam zemmen, soms een eindje uit het water omhoog sprong(!), even op het oppervlak bleef liggen glanzen in de zon om dan in eens weg te vliegen. Soms vlogen ze dan een boogje om vervolgens weer in het water te duiken. Het leek alsof ze speelden...



Krekels onder water...

ZOMER Aan het eind van het voorjaar wordt het water warmer en beginnen bij sommige soorten de mannetjes af en toe te tsjirpen (striduleren), niet voor niets worden duikerwantsen ook wel watercicaden genoemd. Het bescheiden geluid valt pas op als de diertjes in een aquarium of bakje zitten. Vooral op zwoele avonden, vlak voor een onweersbui hoor je dan af en toe een kort en zacht gestsjirp, ongeveer als een krekel, maar wat lager in toon.


Klikken op de audiospeler links laat het geluid van twee mannetjes van de afgebeelde, ongeveer 7 mm grote Sigara soort horen, werkt dat niet kan klikken op het plaatje werken. Omdat alleen bij de mannetjes doorntjes (paladoorns) op een verbreed gedeelte (pala) van de voorpoten zitten, dacht men eerst dat ze daarmee wrijven over ribbels die aan het eind van de zuigsnuit zitten. Later is gebleken, dat ze dat niet met die doorntjes, maar met groefjes op het dijbeen (femur) doen. Eigenaardig genoeg hebben de vrouwtjes ook ribbels op de zuigsnuit. Dat het geluid als communicatie bedoeld is, blijkt uit het feit dat bij veel duikerwantsensoorten gehoororganen gevonden zijn. Duikerwantsen zijn niet de enige waterinsecten die geluid maken, veel kevers kunnen het ook. Maar hier is de functie meestal alleen een (af)schrikreactie als het dier zich bedreigd voelt. Oren zijn dan ook niet gevonden. De waterpieptor (Hygrobia hermannii) is vooral bekend om zijn geluid (Engels:squeeler of screechbeetle). Hij wrijft met het achterlijf tegen de binnenkant van de dekschilden en hoewel het niet luid is, schrik je toch van het plotselinge "kwèèk kwèèk" en dat is natuurlijk ook de bedoeling. Ook de spinnende watertor, het schrijvertje en het kevertje spercheus emarginatus kunnen knarsende geluiden maken bij beetpakken.

In de zomer wordt nog gepaard: de diertjes klampen zich aan elkaar vast en gaan daardoor draaiend omhoog tot aan de waterspiegel, omdat ze lichter zijn dan water en niet een plant maar elkaar beet houden.... (Dit is wat ik zelf gezien heb, misschien zijn er andere waarnemingen).
De eitjes worden niet in, maar op waterplanten gelegd. Meestal zijn het losse eitjes. Ik heb ze nog nooit gezien. In Zuid-Amerika schijnen soorten te zijn die zulke massa's eitjes af zetten, dat indianen daar takjes in het water legden om deze 'kaviaar' te bemachtigen!

larve met vleugelstompjes prothorax
Corixa sp. (vergroting)

Dit is een jonge duikerwants. Duikerwantsen hebben zoals alle wantsen een onvolkomen gedaanteverwisseling, de larven die uit het ei komen lijken al sterk op het volwassen dier ( het imago ) en worden nimfen (of nymphen) genoemd. Maar je kunt ze herkennen doordat de vleugels en dekvleugels in aanleg aanwezig zijn als een rugschild met korte vleugelstompjes, waardoor van boven af het onbedekte achterlijf te zien is. Dit rugschild wordt pterothorax genoemd (ptero = vleugel). Jonge nimfen zijn zwaarder dan water en hebben genoeg aan huidademhaling, zodat ze niet naar boven hoeven om lucht te halen. Dit geldt niet voor de laatste fasen. De nimf vervelt een paar keer en tegen het najaar is het een volwassen insect met vleugels, als het tenminste niet opgegeten wordt, want voor veel waterbewoners (forellen b.v.) is het een welkom hapje... Veel sportvissers weten dit en maken kunstaas wat op een duikerwants lijkt, zoek op "corixa bait" als je voorbeelden wilt ien..

HERFST In deze periode vervellen de laatste nimfen tot volwassen duikerwantsen.


corixa onder ijs, 14 en 15 jan 2006

WINTER De meeste duikerwantsen kunnen de winter overleven. Onder het ijs desnoods: traag zwemmen de diertjes onder het ijs langs op zoek naar een luchtbel. Die gebruiken ze dan voor de luchtverversing. Op deze fotomontage is dat te zien, links bij een grotere bel, rechts bij een kleintje - de naar voren geknikte kop is vaag te zien. Als het harder vriest, is de luchtvoorraad die ze mee genomen hebben meestal voldoende om te overleven. Het (ijs)koude water bevat meer zuurstof waardoor de gasuitwisseling tussen hun luchtbelletje en het water voldoende is, ook omdat ze stil zitten. Vaak zoeken ze stromend, niet bevriezend water op en zitten daar massaal in waterplanten langs de oever. Alle duikerwantsen met uitzondering van Micronectae, overwinteren als volwassen dier.


Volgende Op de volgende pagina wordt de systematiek van de soorten uitgelegd.


ALGEMEEN    HERKENNEN   ANATOMIE   LEVENSWIJZE   SOORTEN   MICRONECTA   NAMEN 


terug
terug naar WATERWANTSEN


Pagina route: INDEX » waterwantsen » duikerwants » Levenswijze

COPYRIGHT:
Alle foto's op deze site zijn door G.H. Visser (Aadorp, Nederland) gemaakt, tenzij anders genoemd. Alle rechten behoren hem toe. Deze foto's mogen op geen enkele wijze anders dan voor eigen privé gebruik aangewend worden. Als u ze voor doelen, waarbij derden betrokken zijn, wilt gebruiken, vraag dan via een e-mail toestemming aan de auteur. In het bijzonder worden mensen aangemoedigd die materiaal nodig hebben voor natuurexposities of voor educatieve doeleinden.
© G.H. Visser 03-2002
rev. 08-08-2024


This page in English english Engelstalige pagina

https://www.microcosmos.nl

Valid HTML

https://www.microcosmos.nl/nbugs2/dwleven.htm