In Nederland komen tien soorten Enochrus voor, de meest algemene is Enochrus testaceus. De afgebeelde quadripuncatus soort is genoemd naar de vier zwarte puntjes om een grotere, ronde zwarte vlek op het halsschild. De twee voorste puntjes zijn bij dit exemplaar verbonden door een lijntje. De soort is niet overal algemeen. Dit exemplaar vond ik in dezelfde poel (in de buurt van de IJssel) als de Bruine duiker op deze site. Het fraaie, ongeveer 5 millimeter grote kevertje klautert traag door waterplanten en vergane resten, waar hij algen en ander klein spul als voedsel vindt. Onder water worden de voelsprieten onder de kop gevouwen, de "voelsprieten" die we links zien, zijn de kaaktasters.
Op de buik wordt een luchtbel vastgehouden. Die wordt ververst door één van de knotsvormige voelsprieten tegen het wateroppervlak te duwen, daarbij ontstaat een luchtkanaaltje naar de lucht op de buik.
Het kevertje kan rechtop lopen, maar door de grote luchtbel hangt hij vaak ondersteboven. Zonder houvast schiet hij als een kurk omhoog en blijft dan tamelijk hulpeloos vlak onder het oppervlak bungelen. Daarom is hij tussen planten en algen pas echt in zijn element.
Als echt lid van de spinnende waterkeverfamilie verpakt Enochrus de eitjes in een zijden
coconnetje. Dat eiernestje is ongeveer 2 mm groot en is voorzien van een een dun, 4 tot 8 mm lang
lintje. ¹)
In juli komen de eitjes uit.
DE LARVE
De Enochrus larven lijken op kleine, grijze rupsjes met een platte kop. Net als vlinderrupsen hebben ze wratachtige uitsteekseltjes aan het achterlijf. De zes echte poten zijn klein. Ze leven in zeer ondiep water, en zitten voortdurend half onder, half boven water. De staartpunt steekt de hele tijd tegen het wateroppervlak voor het contact met de buitenlucht. Ze vangen mosselkreeftjes die ze boven water houden om met hun speeksel, wat oplossende fermenten bevat, de prooi te verteren. Meer over de larve...
De larven verpoppen na een paar weken tot kevers in luchtbellen in drijvende plakken draadalg, dus in het water en niet, zoals bij de meeste waterkevers het geval is, op het land. ¹)
¹) Volgens: Wesenberg Lund, "Das leben der Süßwasserinsekten" (1943)