Een exemplaar van deze merkwaardige, afgeplatte watermijt werd samen met een mannetje van Forelia Variegator in een kleine, snelstromende beek in Twente gevonden. De lichaamsvorm is helemaal aangepast aan de snelle stroming: de lensvorm biedt weinig weerstand en de grote, krachtige palpen in het snuitvormige uitsteeksel houden de mijt stevig verankerd. Dit exemplaar heeft een vreemde, donkere "mof" om de linker voorpoot, misschien is dit een kolonie raderdiertjes. Hij zit hier even op een mosselkreeftje.
Torrenticola amplexa is in Nederland een zeer zeldzame soort (Smit & van der Hammen 2000) maar de laatste jaren is hij op meer plaatsen gevonden. Het voorkomen in deze beek (en een aantal andere beken) is nog niet zo lang geleden vastgesteld. In een aantal van die vindplaatsen was deze watermijt tevoren nooit gevonden, een verbetering van de waterkwaliteit werd als mogelijkheid geopperd (Smit et al. 2003).
Het is een kleine soort: de lengte is 0,68 mm, gemeten vanaf de punten van de 1e epimeren (zie ook pagina 2). Zwemharen ontbreken en zwemmen kan deze mijt dan ook niet of nauwelijks, maar hij kruipt vrij snel rond op bodem en planten.
Torrenticola soorten zijn gepantserd. Het buikschild is groot en loopt tot de bovenrand. Als een deksel op een schaal zit daar het rugschild op, er is een duidelijke naad zichtbaar die helemaal rond loopt. Aan de voorkant zitten vier kleine, losse schildjes, maar bij T. amplexa zijn de achterste twee min of meer vergroeid met het rugschild (Viets, 1936 p. 237).
Ga met de muispijl over de afbeelding hierboven om te zien hoe de schildjes ongeveer gepositioneerd zijn volgens Viets (1936). Ze zijn op de foto's niet of nauwelijks te onderscheiden, zie ook de foto rechts.
Naamgeving: de naam Torrenticola is in 1896 door voorgesteld door Piersig (1897,
p. 259) en betekent: "in stromen verblijvend". Hij heeft ook een tijdje bij de
Atractides groep gestaan, maar in 1949 heeft Viets dit weer gecorrigeerd (Bader,
1988).
De toevoeging amplexa betekent: omcirceld of omsingeld en slaat op het feit dat het
rugschild de twee achterste zijschildjes min of meer omsluit. (Bij amfibiën wordt de
paargreep amplexus genoemd).
Literatuur:
Bader, C. (1988) Die Torrenticolidae (Acari, Hydrachnaellae). Eine abklärende Studie über
eine schwierige Wassermilben-Familie.
Annales Suisses de Zoologie et du muséum d'histoire naturelle de Genève 1988 (p. 87-98).
Gedownload van
https://ia601608.us.archive.org/21/items/revuesuissede95121988schw/revuesuissede95121988schw.pdf
Online te lezen op: https://archive.org/stream/revuesuissede95121988schw#page/86/mode/2up
zie verder de LITERATUURLIJST WATERMIJTEN