Dit zwart-witte vrouwelijke exemplaar van deze doorgaans bruingrijs of geelrode gekleurde mijtensoort komt uit de Bornse Beek. Met 1,9 mm een flinke watermijt, die traag door het water boemelde. Door de contrasterende tekening dacht ik eerst aan één van de Hygrobates soorten, maar die zwemmen niet. Daarna bleek het tot mijn verbazing eerder Limnesia maculata te zijn, een zeer algemene soort. Ik dacht eerst dat de voor L. maculata normale, rode kleur hier dan slechts aanwezig was kleine vlekjes, zie ook de uitsnede hieronder. Het enkele rugschildje is wel duidelijk aanwezig in een deuk op het achterlijf.
L. maculata is o.a. te herkennen aan de relatief kleine palpen: het 2e segment van de palp is niet zo sterk verdikt als bij Limnesia undulatoides en er zit geen cylindertje onder, maar een kegeltje waarop een stiftje staat. (Besseling 1964, Van Haaren & Tempelman, 2009) Op de detail uitsnede van de foto hieronder zijn de kegeltjes vaag te zien met het naar achteren wijzende stiftje. Maar na het herlezen van Van Haaren & Tempelman (2009) kan ik niet anders bedenken dan dat dit een sterk uitgedijd Limnesia marmorata vrouwtje is. Niet helemaal zeker, daarom een cf. in de naam. Meer hierover en foto's van de onderkant op de volgende pagina.
De vlekken aan de rechterkant zijn niet helemaal het spiegelbeeld van de linkerkant. Dat is niet vreemd, het is eigenlijk meer bijzonder dat de vlekken van boven wèl symmetrisch lijken. Let op de foto bovenaan deze pagina op het zwarte patroon rond de ogen: later heb ik gekleurde Limnesia maculata's gevonden die eenzelfde patroon hadden.
Literatuur: zie de lijst op de eerste pagina.