De mijten van het Arrenurus geslacht zijn gepantserde mijten. Naast rode soorten zijn er groene en bruine. De afgebeelde soort zou A. bicuspidator kunnen zijn. Bij veel soorten hebben de mannetjes een staartvormig aanhangsel, de cauda, en verschillen daarmee duidelijk van de vrouwtjes. Sommige soorten hebben aan de cauda een klein aanhangsel, de petiolus, op de foto boven vaag te zien (het onscherpe gele streepje onderaan).
De soorten van het Arrenurus geslacht hebben een wat afwijkende paring. Het vrouwtje zoekt actief naar een mannetje. Zelf zag ik waarschijnlijk bij A. sinuator. Een paringslustig mannetje zit met de achterste poten omhoog en de cauda wat opgericht. Het vrouwtje loopt met de buikzijde tegen de cauda op en op dat moment wordt er door de cauda een krachtige lijm naar buiten geperst. Daarmee zitten ze aan elkaar vastgekit. De binding kan enkele uren duren en is heel stevig. Ik wou ze eerst uit elkaar duwen omdat ik (zonder vergroting) dacht dat de één de ander probeerde leeg te zuigen, zoals ik bij andere mijten zien gebeuren. Maar toen ik ze met een pincet voorzichtig los wou maken, lukte dat niet. Op de foto links kijken we schuin tegen de rechter onderkant van het mannetje aan, de kegelvormige punt rechts is niet een staartpunt, maar een extra uitsteeksel op zijn rug.
Op deze pagina wat meer foto's van het koppel.
Klik op het plaatje links om een ander vrouwelijk exemplaar van deze mijt te zien. Enkele jaren eerder gevonden in dezelfde vijver, mist de hoeken aan het achterlijf. Misschien was het een onvolgroeid exemplaar, de onderkanten zien er nagenoeg identiek uit.
Artikel over parende A. manubriator van Procter & Smith
Gelezen op http://www.ithaca.edu/hs/biology/bsmith_pubpdf/proctor_smith94.pdf