Aan de brede, of beter gezegd: hoge voeten(tarsi) aan de voorpoten kun je zien dat dit een mannetje is. Opvallend is hoe de boog van de voorpoot gelijkvormig is aan die van de kop. De zeefharen borstelen daardoor mooi gelijkmatig over de voorkant. Let op de typerende rij doorntjes op de tarsi (de schuine strepen). Je ziet verder , een "baardje" aan de snuit, en de omhullende luchtbel en dat de kop en de snuit dun zijn. Op de plaatjes hieronder zie je op de eerste één van die voorpoten, in doorvallend licht en met opgehoogd contrast. Op de voet, die vanwege de verbreding pala(schep) genoemd wordt, zitten doorntjes, die paladoorntjes genoemd worden. De manier waarop ze op de pala zitten is een kenmerk voor de determinatie en wijst hier naar Sigara falleni. Op de tweede foto ter vergelijking de voorpoten van een vrouwtje, waarvan het rechter exemplaar nogmaals afgebeeld is op de derde foto. De voet is bij het vrouwtje duidelijk minder hoog en mist de rij doorntjes.